62 24 APRIL 1915. ,,zijn, doordat de werklieden in de gelegenheid zijn „hunne levensmiddelen gedeeltelijk zelf te kweeken. „Tegen de onjuiste voorstelling van adressanten, dat „de loonen hier ter stede in normale toestanden reeds „aan de grens van een te kort zouden staan, moeten „wij dan ook met klem opkomen. „Bovendien mag niet uit het oog worden verloren, „dat de gemeente-werklieden en in het algemeen zij, „die in openbaren dienst zijn, altijd en hijzonder in de „huidige omstandigheden eene hevoorrechte positie be- „kleeden boven zoo vele anderen, in particulieren „dienst, die door geheele of gedeeltelijke werkloosheid „en stilstand in zaken hunne gewone inkomsten aan merkelijk verminderd zagen, om nog niet te spreken „van de vele kostwinners, die ter oorzake van het „landsbelang, uit hun gewonen werkkring zijn wegge rukt en voor wie de toekomst hoogst onzeker is. „Door het verleenen van een toeslag op de loonen, „zooals adressanten vragen, zouden wij een beroep „moeten doen op de openbare kas, die in hoofdzaak „door de belastingpenningen der stadgenooten wordt „gevormd. „Waar nu vele belastingschuldigen toch reeds zwaar „gebukt gaan onder den druk der tijden, zijn wij van „oordeel, dat een beroep op de openbare kas, in elk „geval om hen die in een boven andere gunstiger posi- „tie verkeeren, dient te worden vermeden. „Wij zijn op een soortgelijk verzoek, gericht aan „ons college, dan ook niet ingegaan en achten ons „verplicht u voor te stellen, op het verzoek afwijzend „te beschikken." De VOORZITTER stelt dit punt aan de orde. De heer STULEMEIJER zegt, dat, wanneer het al leen ging om de vraag, of het verzoek zooals het daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 62