24 APRIL 1915.
69
Dit voorstel is thans niet aan de orde, onderbreekt
de VOORZITTER.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN meent
toch, dat, als er gevallen zijn, dat de werklieden te
kort komen, het de plicht der overheid is daarin te
voorzien.
De VOORZITTER zegt, dat zulks door burgemees
ter en wethouders ten sterkste wordt ontkend. De loo-
nen der gemeente-werklieden zijn van dien aard, dat
ze niet te kort behoeven te komen. En nu gaat het
toch niet aan, om eene speciaal bevoorrechte klasse
tegemoet te komen en die bevoorrechte positie nog groo-
ter te maken.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN erkent,
dat de gemeente-werklieden in eene bevoorrechte poisitie
verkeeren. Maar het zou kunnen gebeuren, dat zij door
de tegenwoordige tijdsomstandigheden te kort komen.
Dit wordt ontkend, zegt de VOORZITTER.
De heer STULEMEIJER wijst erop, dat het zeer
zelden voorkomt, dat werklieden een gedeelte van hun
loon achterhouden. Als het 1% is, dan is het veel.
Het stukje uit ,,de Tijd" geldt voor Amsterdam, waar
de menschen zooveel meer verdienen dan hier. De
sjouwers verdienen daar 33 cent per uur in particulie
ren dienst en de metselaars 25 a 36 cent per uur. Die
menschen lijden geen gebrek.
Zonder verdere bedenking wordt al's/nu, over
eenkomstig het prae-advies van burgemeester
en wethouders besloten, op het onderwerpelijke
adres afwijzend te beschikken.