10 MAART 1917. Ill Is alzoo het navolgend besluit genomen ,,De raad der gemeente Breda Gelet op zijn besluit van 24 Maart 1911, waarbij, .met ingang van 1 April d a.v. eene definitieve aan stelling als leeraar aan de Ambachtsschool werd ge- geven aan de heeren L. C. van der Pol. J. M. „Sme ekens, M. B a c k x, J. B. Sn elders, G. .31. den B 1 i n d e, H. A: G. V r e n s e n en J. N. .,T. Burning „Overwegende, dat de genoemde ambtenaren toen „reeds geruimen tijd, de een langer de ander korter, „in hunne functie werkzaam waren, doch krachtens eene .aanstelling', die, volgens de daarin vervatte bewoor dingen, tijdelijk was „dat het echter nimmer de bedoeling is geweest, hen „tijdelijk aan te stellen „dat liet woord „tijdelijk" slechts daarom in de aan- „stelling werd opgenomen, omdat e;r ten aanzien van de „wijze van benoemen van de onderwijzers strijd bestond ,tussehen de praktijk en de betrokken verordening „dat toch die praktijk medebracht, dat de benoeming „steeds geschiedde door burgemeester en wethouders. die volgens de verordening slechts tot tijdelijke „benoeming bevoegd waren terwijl vaste aanstelling ,door den Raad moest geschieden „dat alzoo de vorm der oorspronkelijke aanstelling „het karakter van het gewilde dienstverband niet dekt „dat de vermelde onregelmatigheid bij de benoeming .belanghebbenden treft, aangezien zij de vóór 1 October „1913 (datum van inwerkingtreding der Pensioenwet „voor de gemeente-ambtenaren 1913) bewezen tijdelijke .fcOnderwijzersdiensten niet voor pensioen kunnen geldig „maken „dat de Minister van Financiën daarom, bij missive „van 19 Januari 1917, no. 69, Afdeeling Pensioenen, ,,in overweging heeft gegeven, de benoemingsbesluiten „te herzien in dien zin, dat de betrokken aanstellingen „alsnog' van tijdelijke in vaste worden veranderd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 111