10 MAART 1917.
113
..Met de maatregelen, welke tot nu toe genomen zijn,
,,is in de laatste weken nauwelijks een vermindering
„aan gasverbruik van 35 bereikt, alzoo niet meer
„dan geëischt wordt voor de toedeeling van gaskolen.
„Nu ligt het voor de hand, dat wegneming van de
„hierboven beschreven bezwaren het gasverbruik weder
stijgen, zoodat de bezuiniging beneden den
gaan blijven. Om dit te voorkomen, is het
eene compensatie te
„meerder verbruik. Deze kan o
„beperking van zoogenaamd industriegas, (waarvoor eene
„vermindering van 25 in vergelijking met het nor-
„zal doen
„eisch zal
,noodig
zoeken tegenover dat
i. gevonden worden in
de overeenkomstige maand van het
„maal verbruik in
„voorgaande jaar geëischt wordt. En bovendien is het
„mogelijk eenige bezuiniging te vinden in het lichtver-
„bruik van koffiehuizen en soortgelijke zaken door de
„thans nog bestaande vrijheid om daar het volle aantal
„gaspitten te doen branden te beperken tot een door
„ons vast te stellen maximum-aantal, verband houdende
„met de oppervlakte der lokaliteiten op den voet als
„voor groote winkels.
„Wat betreft het verzoek der houders van gasmotoren
„voor industrieel gebruik om den prijs van het gas te
„verlagen, achten wij het voldoende op te merken, dat
„deze industriëelen in vergelijking met die, welke steen -
kolen voor hun bedrijf gebruiken nu .reeds in zeer
„voordeelige conditie verkeeren en dat wij geen enkele
„reden kunnen vinden om voor industrie het gasver-
„hruik nog voordeeliger te maken.
„De overweging van een en ander heeft er toe geleid
„U voor te stellen om
„lo. punt III der bepalingen lot beperking van het
„gasverbruik te wijzigen en te doen luiden als in het
„hierbijgaand ontwerp is omschreven.
,,2o. dit besluit in werking te doen treden op den
„achtsten dag na zijne dagteekening".
De VOORZITTER zegt, dat in de ontworpen wijzi
gingen een fout is geslopen: aan sub 9 van punt III
