114
10 MAART 1917.
behoort te worden toegevoegd: „met dien verstande,
„dat daarin het gaslicht mag branden tot 11 uur
,,'s avonds". Burgemeester en wethouders brengen deze
wijziging in hun voorste] aan.
De lieer STULEMEIJER zegt, dat hij tot zijn spijt
wijzigingen moet voorstellen. Allereerst wil spreker op
merken, dat de raad, toen hij de vorige maal de be
palingen ter beperking van het gasverbruik wijzigde,
eene onbillijkheid heeft begaan doordat de groote win
kelzaken verplicht werden te sluiten, daar verlichting
met één pit ten eenenmale onvoldoende was. We be
hoeven ons thans niet te schamen, daarop terug te
komen. Spreker mist sul) 3 eene bepaling van het
maximum-aantal pitten, dat men branden mag. Hij stelt
daarom voor, aan die bepaling toe te voegen: „meteen
maximum van 10 pitten". Spreker wil reeds bij voor
baat eene opmerking beantwoorden, die hem aanstonds
wellicht van de tafel van burgemeester en wethouders
zal worden tegemoet gevoerd: dat n.l. volgens de be
paling sub 6 de bevoegdheid bestaat het aantal gas
pitten te beperken. Dit antwoord gaat echter niet geheel
op, want als een maximum wordt gesteld, dan wil de-
raad daarmede aangeven welke besparing bij wenscht.
Verder stelt spreker voor aan sub 4 toe te voegen:
„De winkelier is gerechtigd tot het branden van het
„aantal pitten, zooals sub 3 bedoeld, vanaf 't oogenblik,
„dat hij deze opgave aan burgemeester en wethouders
..heeft verstrekt, onverminderd het recht van burge
meester en wethouders om te beperken, zooals sub 6
„omschreven".
Sub 6 zou de heer Stulemeijer in plaats van
„een winkelier" willen lezen „winkeliers". Het blijkt
dan duidelijk, dat de hier gegeven bevoegdheid om te
beperken, niet op een enkele, maar op alle winkeliers
kan worden toegepast.
Dan wenscht spreker de onder 8 voorgestelde bepa
ling te verduidelijken door deze aldus te lezen: „De