10 MAART 1917.
115
„bepalingen der zeven voorgaande zinsneden zijn niet
„van toepassing op apotheken, doch wel op barbiers
winkels en kapperssalons, echter met dit verschil, dat
„daarin hoogstens 4 gaspitten met een verbruik van
„125 liter per uur, voor winkel en salon te zamen,
..mogen branden en daarin op de Zaterdagen en de
„sub la aangegeven dagen tot 10l/ uur des avonds dit
„gebruik van gaslicht is toegestaan". Wordt dit voor
stel aangenomen, dan geeft zulks blijk van eenige
royaliteit, maar spreker meent, dat door voldoende ver
lichting gezorgd moet worden, dat men in kapperssalons
behoorlijk en zonder gevaar geholpen wordt.
Tenslotte stelt spreker voor aan het voorstel van
burgemeester en wethouders toe te voegendat lie nieuwe
bepalingen op 10 Maart 1917 in werking zullen treden.
We zitten hier, zegt spreker, om practisch werk te
doen, en nu de raad de vorige maal gedwaald heeft en
de groote winkeliers al 14 dagen te lang van voldoende
licht verstoken zijn. meent hij, dat er alle reden is de
mildere bepalingen nog heden in werking te doen treden.
Bovendien is het vandaag Zaterdag en de kleine man
doet dan dikwijls zijn inkoopen. Laten we daarom de
mogelijkheid openen, dat de winkeliers hedenavond met
meer pitten verlichten. Spreker maakt zich niet bezorgd,
dat dan niet voldoende bespaard zal worden neemt
men aan, dat er 20 winkeliers zijn, die voor meerdere
verlichting in aanmerking komen, dan zullen hoogstens
gedurende 2 uren 20 X 9 '180 pitten méér branden.
Spreker zou gaarne zien, dat burgemeester en wet
houders zijne amendementen overnamen.
De VOORZITTER merkt, naar aanleiding van het
voorstel des heer en S t u 1 e m e ij e r, om sub 3 toe te
voegen de bepaling van een maximum van 10 pitten,
op, dat een maximum niet is voorgesteld, daar toch
wel niemand gebruik zal kunnen maken van 101 pitten,
want dan zou men een winkel moeten hebben met eene
oppervlakte van niet minder dan 355 M2.