116 10 MAART 1917. Wat de voorgestelde wijziging van de bepaling sub 4- betrèft, deze is niet overeen te brengen met bet voorstel om de nieuwe regeling nog heden in werking te doen treden. Die voorzitter wil er voorts op wijzen, dat wanneer tot onmiddellijke inwerkingtreding besloten wordt, eene behoorlijke controle niet mogelijk, en ook alleen repressief zal kunnen zijn. Tegen de voorgestelde wijziging sub 5 is geen be zwaar winkeliers is wellicht duidelijker. De bedoeling van de door burgemeester en wethou ders onder 8 voorgestelde bepaling is dezelfde als de heer S t u 1 e m e ij e r er in wil leggen. Waar de heer S t ui 1 e m e ij e r echter voor de barbierswinkels en kapperssalons 4 in plaats van 3 pitten wil toestaan, daar meent de voorzitter er toch op te moeten wijzen, dat we met méér toestaan voorzichtig moeten zijn anders wordt de voorgeschreven beperking tot 65 niet bereikt. Volgens eene op 8 dezer verstrekte opgaaf bedroeg het gasverbruik over de dagen van 1—7 Maart 67.7 van het verbruik in de correspon deer ende dagen van het vorig jaar, terwijl het percen tage hedenmorgen 67,8 was. We zijn dus nog niet aan de veredschte besparing zijn we nu royaal, dan is er kans, dat het maximum van het geoorloofd verbruik nog verder wordt overschreden. De heer VAN HULTEN blijft bezwaar maken tegen de gunstige bepalingen, die voor groote winkeliers worden voorgesteld. Zooals spreker in eene vorige vergadering reeds heeft opgemerkt, is het zijne meening, dat het koopende publiek zeer goed overdag zijne in- koopen in de groote winkels kan doen. Bovendien, wie zal b.v. een costuum des avonds, bij twijfelachtig licht, gaan koopem Spreker is verbaasd, dat burgemeester en wethouders voor het meerdere verbruik eene com pensatie willen zoeken door de industrie eene beperking van 25 op te leggen. Spreker noemt dit het paard achter den wagen spannen. De winkeliers klagen en om daaraan tegemoet te komen neemt men maatregelen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 116