10 MAART 1917.
,,b. indien blijkt, dat een minder aantal gaspitten
.of gaspitten met een minder gasverbruik per uur den
.winkel voldoende verlichten.
127
„a. indien blijkt, dat het gasverbruik in de gemeente
gestegen is boven 65 van het normaal verbruük in
,de overeenkomstige week van het vorige jaar
„7. Xa 8. respectievelijk na 9 uur des avonds op
,de hiervoor aangegeven dagen is het gebruik van
gaslicht in winkels en voor reclamedoeleinden verboden
.,8. De bepalingen der zeven voorgaande zinsneden
.zijn niet van toepassing op apotheken, doch wel op
barbierswinkels en kapperssalons, echter met dit ver-
schil, dat daarin hoogstens 4 gaspitten (waarvan jsledhts
,één in den winkel) mogen branden, welke ieder niet
.meer dan 125 Liter gas per uur gebruiken, en dat in
.deze op de Zaterdagen en op de sub la aangegeven
dagen tot 10)4 uur des avonds dit gebruik van gaslicht
,is toegestaan.
,,9. Het bepaalde sub la, 3, 4, 5 en 6 is mede van
toepassing op koffiehuizen, sociëteiten, hotels (voor
zoover betreft de localiteiten waarvoor de logements-
vergunning geldt), bioscopen en dergelijke, met dien
verstande, dat daarin het gaslicht mag branden tot
.11 uur 's avonds.
„10. liet is verboden in de sub 9 genoemde inrich
tingen gaslicht te doen branden op alle dagen na 11
,uur des avonds en voor 7 uur des morgens.
„11. Onder koffiehuizen worden verstaan alle in-
j-ichtingen, waarin krachtens vergunning of krachtens
verlof, ingevolge de Drankwet, dranken voor het ge
bruik ter plaatse van verkoop worden verstrekt.
„12. Xog is hei verboden voor gasmotoren (al dan
,niet gepaard met gebruik van lichtgas) en voor in-
,dustriëele doeleinden meer gas. zooals dat door de
gasfabriek wordt geleverd, te gebruiken, dan 75
,van het normaal verbruik. Voor de toepassing van
.deze bepaling wordt onder normaal verbruik verstaan
,het verbruik per maand, berekend naar het twaalfde
