in MAART 1917.
129
tiende verzoek overeenkomstig art. 30 der Woningwet
,een voorschot te verleenen tot een maximum van
,f 77000. ten einde daarmede te bestrijden de koop
sommen, met onkosten, van terreinen met opstal, welke
,de Vennootschap wenscht te bestemmen voor den bouw
,van arbeiderswoningen en die, kadastraal bekend ge
beente Breda, sectie A, nos. 1974, 6344, 5073, 5074,
,6197, 5389, 6017 (gedeeltelijk), 631, 635, 3865 1782,
.,1443, 1444, 1489, 1490, 1491. 1492, 1598, 4297, 4827
„en 3693, besloten zijn tusschen de woningen gelegen
„aan de Jan van Polanenkade, den Achterom, de Lange
„Gampelstraat en de Oede van Hoornestraat en zoo
„ionmiddellijk aansluitend bij het complex woningen,
„reeds bij de Naamlooze Vennootschap in exploitatie
„Gezien het advies der Gezondheidscommissie voor
,,de gemeente Breda, van den 3 Maart 1917, no. 104
„Mede gezien de voordracht van burgemeester en
„wethouders van den 5 Maart 1917, Ag. no. 28
„Overwegende, dat voornoemde Vennootschap bij
„Koninklijk besluit van 8 Mei 1908 no. 55 is toegelaten
,als eene vereenigdng uitsluitend in het belang der
„volkshuisvesting werkzaam
„dat in deze gemeente groote woningnood hestaat en
„vooral groot gebrek aan arbeiderswoningen
„dat aanbouw van arbeiderswoningen op de door de
„voornoemde Vennootschap aangekochte terreinen aan
„de behoefte aan volkshuisvesting zal tegemoet komen
„en gelegenheid zal openen tot opschuiving bij onbe-
„woonbaarverklaring van daarvoor in aanmerking ku
nnende woningen
„dat bij de beoordeeling der bouwplannen, over te
„leggen bij de te verwachten aanvrage ter bekóming
„van een voorschot ten behoeve van den voorgenomen
„woningbouw, er voor kan worden gewaakt, dat deze
„bouw zoodanig worde uitgevoerd, dat werkelijk op de
„beste wijze aan den woningnood zal worden tegemoet
„gekomen