134
10 MAART 1917.
17. De lieer VAN HULTEN, alsnu het woord ge
vraagd en verkregen hebbende, zou aan burgemeester
en wethouders twee vragen wenschen te stellen
ten eerste we zitten hier nog steeds met slechte
aardappelen heelt het dagslijksch bestuur of de com
missie voor de levensmiddelenvoorzieningi ook pogingen
aangewend om betere aardappelen te krijgen
ten tweede: volgens een bericht in het Dagblad
van Noordbrabant zou in deze gemeente een voorraad
kolen of anthraciet opgeslagen liggen van mr. v a n
L a n s c h o t. Door dit courantenbericht, zegt spreker,
is eenige ongerustheid in de gemeente ontstaan, daar
niet gebleken is, dat deze voorraad in beslag genomen
is en bestemd voor de algemeene distributie. Spreker
vraagt daarom wat hiervan waar is en, indien delfeiten
juist zijn, waarom bedoelde inbeslagneming en bestem
ming voor de algemeene distributie niet hebben plaats
gehad.
Wat de eerstgenoemde vraagt omtrent de aardappelen
betreft, merkt de heer v a n II u 1 t e n nog op, dat hij
hieromtrent in de gisterenavond gehouden vergadering
der levensmiddelencommissie al inlichtingen heeft ge
kregen, maar spreker acht het goed, dat een en ander
hier in openbare raadsvergadering eens officieel wordt
uiteengezet. Er bestaat, zegt spreker, in de gemeente
een strooming, om al het wee van de distributie, al de
tekortkomingen, te schuiven op de schouders van den
burgemeester en den lieer Broos, welke heeren er
toch eindelijk niets aan kunnen doen.
De heer BROOS beantwoordt de vraag van den heer
van Hul ten, betreffende de aardappelen. Spreker
zegt, dat het gemeentebestuur reeds langen tijd geleden
had voorzien, dat er gebrek aan aardappelen zou
komen. Er zijn toen een 35 wagons gekocht in het
Noorden. We zouden deze ook gekregen hebben, wan
neer de vorst niet ingevallen was, maar toen konden