10 MAART 1917. 139 De heer VAN HULTEN constateert, dat in deze zaak het zooveel als een eervolle aftocht is geweest. De heer CERUTTI meent, dat we op den verkeerden weg zijn, wanneer, zooals den laatsten tijd, een courantenbericht dan voor dit, dan voor dat raadslid aanleiding is om daar een interpellatie aan vast te knoopen. Spreker wenscht, dat het reglement van orde ten aanzien van het houden van interpellaties zal worden toegepast. De heer STULEMEIJER verklaart het hiermede eens te zijn. Onze tijd is ook wat waard. De heer VAN HULTEN meent, dat hetgeen de heer C e r u 11 i wenscht, niet altijd mogelijk zal zijn. Waar, zooals nu, aan den eenen kant burgemeester en wet houders van tekortkomingen worden beschuldigd en aan den anderen kant er personen zijn, die den boel in de war trachten te sturen, daar acht spreker zulks ernstig genoeg het hier ter sprake te brengen. De heer BOGMANS zegt, te hebben geconstateerd, dat in de kazerne aan de Lange Stallen schrikbarend met gas wordt gemorst. Spreker heeft gezien, dat de z. g. vleermuizen worden afgeschroefd en zoo zelfs water op het gas gekookt kan worden. De heer CRAMERUS verklaart, dat burgemeester en wethouders reeds een 6-tal weken geleden aan de mili taire autoriteiten hebben verzocht, om op het gas te besparen en volgens mededeeling van den Directeur, wordt reeds 30 bespaard. De VOORZITTER, voegt hieraan toe, dat er altijd gas vermorst zal zijn. Maar er wordt voldoende bespaard en verder kunnen we niet gaan. De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 139