21 APRIL 1917.
145
De heer VAN IERSEL meent, dat het geen bezwaar
kan opleveren als de gemeente maar aan de voorge
schreven besparing komt. Van het particulier verbruik
is nog heel wat af te nemen.
De heer CRAMERUS zegt, dat ook die particulieren,
die te veel gebruiken, zullen worden besnoeid. Waar
reeds nu een schaarschte aan brandstoffen bestaat, zoo
dat verschillende menschen genoodzaakt zijn op gas
te koken, gaat het niet aan hen nog meer te dupee
ren. Als men die nog meer ging besnoeien, zou het
wat al te bar worden. Over de afgeloopen maand was
het verbruik nog 66.2% zoodat we nog niet genoeg
besparen. Het is dus niet gewenscht, om aan de in
dustrie thans nog meer toe te staan, uit vrees, dat de
gemeente daardoor voor eenigen tijd geheel van ko-
lenaanvoer zou verstoken blijven. Het prae-advies van
burgemeester en wethouders zou dan ook niet anders
dan afwijzend kunnen zijn.
De heer LIJDSMAN geeft in overweging af te wach
ten het onderzoek betreffende het gasverbruik bij par
ticulieren. Zooals de zaak nu is, kan op het verzoek
niet worden ingegaan.
De heer BROOS wijst erop, dat, waar de klein
industrie, die met kolen of electriciteit werkt, ook 25%
moet besparen, het niet aangaat voor de industriëele
gasverbruikers een grooter verbruik toe te staan. Daar
bij komt nog dat, wanneer de bepaling wordt terug
genomen, de rijkskolendistributie daarmede geen genoe
gen zou nemen.
De heer CERUTTI hoort de vrees uiten, dat de rijks
kolendistributie er geen genoegen mede zal nemen,
wanneer de bepaling wordt ingetrokken. Spreker vraagt
of de besparing is opgelegd naar aanleiding van eene
aanschrijving van de rijkskolendistributie. Hij meent,
dat dit niet het geval is.