A-é 158 21 APRIL 1917. De heer SMITS wijst erop. dat het herhaaldelijk voorkomt, als dergelijke adressen inkomen, dat aan verzoekers in overweging wordt gegeven hun plan eenigszins te wijzigen. Mogelijk is adressant daartoe ook wel geneigd en dan zou spreker hem zooveel mo gelijk behulpzaam willen zijn. De VOORZITTER zegt, dat elk nieuw plan opnieuw beoordeeld wordt. Zonder bedenking wordt alsnu besloten over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 21. Voorstel van burgemeester en wethouders tot definitieve vaststelling van het plan tot onteigening van bouwterreinen, gelegen ten noorden van den Haag- weg, luidende als volgt .Bij uw besluit van 20 Januari j.l. werd vastgesteld ,,een voorloopig plan met kaarten en glrondteekeningeni, ..betreffende de onteigening van bouwterreinen, gelegen ,,ten noorden van den Haagiweg en ingesloten door het ..Dijkje en de Beekstraat, voor zoover deze eigendom- „men aan den Staat toebehooren. „Overeenkomstig de voorschriften der onteigenings wet is dit plan gedurende 30 dagen ter secretarie voor „een ieder ter inzage nedergelegd en is daarover tevens „het advies der gezondheidscommissie ingewonnen. „Bezwaren tegen het plan zijn niet ingekomen, terwijl „de gezondheidscommissie, blijkens bijgevoegd schrijven, „adviseert in het belang der volkshuisvesting tot de „hierbedoelde onteigening over te gaan. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen thans „tot de definitieve vaststelling van heit onteigeningfsplarij „over te gaan overeenkomstig het hierbijgaand ont- „werp-besluit". De VOORZITTER vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 158