21 APRIL 1917. 159 Niemand der leden hiertegen eenige beden king hebbende, wordt dienovereenkomstig be sloten. 22. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van den, Bredasehen Bestuurdersbond, ver zoekende te bepalen, dat aan alle leden van werkloo- zenfondsen, aangesloten bij het gemeentelijk fonds, de uitkeering van rijks- en gemeentewege wordt verstrekt, ook al zijn de leden buiten Breda woonachtig, zijnde dit prae-advies van den volgenden inhoud „Bij Uw besluiit van 18 November j.l. werd om prae- advies in onze handen gesteld het hierbij teruggaand „adres van den Bredasehen Bestuurdersbond, verzoe- kende te bepalen, dat alle leden van werkloozenfondsen, „aangesloten bij het gemeentelijk fonds, de uitkeering „van rijks- en gemeentewege wordt verstrekt doorx het „Bredasche fonds, ook al zijn de leden woonachtig „buiten Breda. „Zooals het bestuur van het tijdelijk gemeentelijk „werkloozenfonds ons heeft medegedeeld, is het blijk- „baar de bedoeling van adressanten, om van de ge beente te verkrijgen, dat de bereidverklaring om toe „te treden tot de regeling, zooals die is neergelegd in „het Koninklijk besluit van 2 December 1916 (St.bl. no. 522), en waartoe in Uwe vergadering van 20' „Januari j.l. is besloten, mede zal strekken ten bate „van de omliggende gemeenten, zoodat te Breda worde „opgericht eene soort „Centrale", die mede toezicht „zal uitoefenen op het geldelijk beheer der te Breda „ingeschreven of in te schrijven organisation en op de „werkloosheid harer leden, ook al zijn deze niet te Breda woonachtig. „Allereerst wenschen wij eraan te herinneren, dat „de taak der gemeente, sedert de inwerkingtreding van „het hiervoor bedoelde Koninklijk besluit, ten opzichte „der werkloosheidsverzekering eene geheel andere is „geworden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 159