rf.'é 166 21 APRIL 1917. ,,de gemeentefondsen niet worden verstrekt dan in zeer bijzondere gevallen en bij een met redenen omkleed „besluit, hetwelk aan de goedkeuring van gedeputeerde „staten is onderworpen. „Bovendien moet daarbij onder meer worden aange toond, dat de instelling, indien in de gemeente een „armenraad bestaat en zij tot vertegenwoordiging daarin „gerechtigd is, van deze bevoegdheid heeft gebruik „gemaakt. „Beide vereenigingen' komen voor op de lijst der in „deze gemeente gevestigde instellingen van weldadigheid, „doch zijn tot dusver niet bij den Armenraad aangesloten. „Afgescheiden verder van de vraag, of hier wel een ,,zeer bijzonder geval tot subsidieering aanwezig is, „meenen wij, dat reeds om. vorengenoemde reden een „eventueel besluit tot toekenning van subsidie de goed- „keujring van gedeputeerde staten niet zal kunnen „wegdragen. „De bezwaren, door de gezondheidscommissie tegen „het verleenen van subsidie in haar advies aangeduid, „tot de onze makende en rekening houdend met de „door ons ten aanzien van andere aanvragen aange komen gedragslijn om in deze tijdsomstandigheden geen „nieuwe subsidiën te verleenen, hebben wij de 'eer U „voor te stellen op beide adressen afwijzend te „beschikken". De heer VAN DIJK wenseht, niettegenstaande het zooeven ondervonden 'échec, toch eene poging te wagen om aan de verzoeken der vereenigingen eenigszins te gemoet te komen. Spreker vindt het doel der vereeni gingen zoo verheven en zoozeer in het belang der in woners, dat zij wel op eenigen steun aanspraak mogen maken. Hij stelt derhalve voor aan elke vereeniging eene subsidie toe te kennen van f 100. De heer VAN HULTEN vraagt,, hoe het staat met de wettelijke bezwaren. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de vereeni-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 166