21 APRIL 1917. 167 gingen niet zijn. vertegenwoordigd in den armenraad, zoodat gedeputeerde staten een besluit tot toekenning van subsidie niet zullen goedkeuren. Dan is het nog de vraag, of er zeer bijzondere omstandigheden zijni, die de toekenning eener subsidie wettigen. Bij burgemeester en wethouders gelden echter ook nog andere bezwaren. Beide vereenigingen werken niet alleen plaatselijk, maar strekken hare bemoeiingen ook uit over de omliggende gemeenten. Bovendien moet de zuinigheid betracht worden. De heer ZIJLMANS zegt, dat hij in beginsel niet tegen het verleenen eener subsidie is. De vereenigingen zullen echter eerst moeten zorgen, dat de wettelijke bezwaren worden weggenomen. De heer VAN DI-JK trekt hierop zijn voorstel in. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 26. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van ouders van vrouwelijke leerlingen aan het gymnasium, verzoekende ook voor de vrouwelijke leerlingen de gelegenheid open te stellen, bet gymnastiek onderwijs aan die inrichting te volgen, zijnde dit prae- advies van den volgenden inhoud ,,In Uwe vergadering van 18 November 1916 kwam „ter tafel het hierbij teruggaand adres van ouders van „vrouwelijke leerlingen aan het gymnasium alhier, ver doekende ook voor de vrouwelijke leerlingen de ge- legenheid open te stellen, het gymnastiekonderwijs aan „die inrichting te volgen. „Ten aanzien van dit adres, hetwelk om prae-advies „in onze handen werd gesteld, hebben wij het gevoelen „ingewonnen van liet college van curatoren van het „gymnasium, dat-ons het advies deed toekomen, hetwelk „mede hierbij wordt overgelegd. „Met curatoren zijn wij van oordeel, dat, nu zich „blijkbaar voor dat onderwijs een voldoend aantal leerlingen heeft aangemeld, volgens art. 1 van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 167