28 April 1917. Tegenwoordig de heeren W. H. BOGAARDT, C. P. A. KANTERS, A. VAN BAVEL, C. L. STULE- •MEIJER, A. J. M. VAN lERSEL, Th. J. A. VAN DIJK, P. VAN DEN BIGGELAAR, A. W. ZIJL MANS, C. J. KLUFT, J. C. CRAMERUS, J. LIJDS- MAN, jhr. rar. A. REIGERSMAN, F. F. X. CERUT- TI, N. J. H. VAN GROENENDAEL, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, C. Th. BOGMANS, II. J. H. HORNTX en A. C. BOM. Afwezig de heeren W. J. H. FEBER en C. J. A. BROOS. Voorzitter de heer mr. E. O. J. M. BARON VAN HÖVELL TOT WESTERFLIER, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 24 Februari j.l., overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun boven dien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand de,r leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer VAN HULTEN zegt, dat op pagina 87, onderste regel, en pagina 88, le regel, niet juist is aan gegeven, hetgeen door hem is gezegd. Daarom wil spre ker in overweging geven op pag. 87 het woordje nog te laten vervallen en daarvoor in de plaats te stellen de woorden behalve de, en op pag. 88 achter het woord Princenhage in te lasschen de woorden in beslag ge nomen, in de andere gemeenten nog meer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 185