18 20 JANUARI 1917.
die wel pensioengerechtigd zijn, eveneens het geval.
Er is eene omissie, die hersteld moet worden. Boven
dien verrichten deze menschen gevaarlijk werk, zoodat
spreker hen in het pensioenfonds zou willen opge
nomen zien.
De heer VAN HULTEN wijst erop, dat bij de in
stelling van het rijkspensioenfonds meerdere fouten
moesten worden hersteld en dat er toen ook aan anderen
nog vaste aanstellingen moesten worden uitgereikt. Nu
kan men blijven twisten over den formeelen kant, doch
daar komt men niet verder mede. Als niet over de
formeele bezvraren kan worden heengestapt, dan zou
spreker die menschen toch willen pensionneeren ten
laste van de gasfabriek.
De VOORZITTER zegt, dat steeds de opzet is ge
weest, dat deze menschen buiten de pensioenregeling
zouden vallen, wegens het geringe aantal uren, dat zij
in gemeentedienst zijn.
De heer CERUTTI betoogt, dat dit slechts een par-
tiëele reden was toen het reglement op de pensionnee-
ring van gemeente-werklieden tot stand kwam, wijl die
mensehen maar enkele uren per dag in dienst der
gemeente waren. Thans is men te veel blijven hangen
aan het gevaar, dat die menschen buiten dienst invalide
zouden kunnen worden. Dat gevaar is echter maar
denkbeeldig, omdat die menschen geen gevaarlijke be
zigheden hebben. Er zijn sigarenmakers en schoenma
kers onder. Spreker wijst verder op de scheeve ver
houding, waaraan hij een einde wenscht gemaakt
te zien.
De heer STULEME1JER vraagt, of deze menschen
nog ingekocht kunnen worden in het rijkspensioenfonds
en welke kosten daaraan verbonden zijn. Indien die
vragen niet dadelijk kunnen beantwoord worden, zou