28 APRIL 1917. 191 De VOORZITTER stelt voor, deze rekening ter on derzoek en rapport te stellen in handen eener com missie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad, dat de VOORZITTER die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren van I e r s e 1. B o m en v a n den B i g g e- I aar. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de verordening, regelende de verdeeling der werkzaamheid tusschen de ambtenaren van den burgerlijken -stand en tot nadere, regeling hunner be-, zoldiging, luidende als golgt ,,Nu de heer A. P. S c h e 11 u s, gewezen wethouder ,,en ambtenaar van den burgerlijken stand, onlangs is over]eden en de heeren mr. van Lanschot, „Rombouts en mr. IngenHousz successieve- ,,lijk als ambtenaar van den burgerlijken stand eer- ,,vol ontslag bekomen hebben, achten wij het gewenscht, ,,dat in de verordening, regelende de verdeeling ATan ,,de werkzaamheden tusschen de ambtenaren van den „burgerlijken stand, alsmede in de jaarwedde-regeling „van die functionarissen eenige verandering worde „gebracht. „Het ligt in onze bedoeling te bepalen, dat er voortaan „zullen zijn één eerste, één tweede, één derde ambte- ,,naa.r, benevens twee of meer vierde ambenaren van „den burgerijken stand. ..De eerste ambtenaar zal in hoofdzaak belast wor- „den met de huwelijksvoltrekkingen terwijl de ticeede „ambtenaar bij afwezigheid verhindering of ontstente nis van den eersten, dezen zal vervangen. „De derde ambtenaar zal, met uitzondering van de „huwelijksvoltrekkingen, belast worden met alle overige „werkzaamheden betrekkelijk den burgerlijken stand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 191