4 192 28 APRIL 1917. „en tevens als vervanger van den tweeden ambtenaar „optreden, terwijl de vierde ambtenaren als vervanger „van den derde ambtenaar zullen optreden. „Hierbij is uitgegaan van de gedachte, dat tot eerste ,,en tweede ambtenaar alleen zullen worden benoemd, „hetzij de burgemeester, hetzij leden van den gemeenteraad „en dat deze ambtenaren daarvoor geen belooning1 zul - „len genieten. Afzonderlijke belooning voor de vervul ling van dit ambt als magistraat is, gelet op den ge dingen omvang der bemoeiing daaraan verbonden, on- „noodig. Het moet voor hen een eereambt blijven. „De derde en vierde ambtenaren van den burgerlij- „ken stand kunnen practisch niet anders gezocht wor gden dan onder de secretarie-ambtenaren en in de eer- „ste plaats onder die, welke werkzaam zijn op het bu- „reau van den burgerlijken stand en de bevolking. „Als zoodanig zijn thans werkzaam de heeren L. „M. B e e k e r s, commies-chef der af deeling burger lijke standen bevolking, M. J. M. Nel is sen, ad- „jun et-commies op die af deeling en A. J. van Son, „hoofdcommies ter secretarie, af deeling algemeene zaken. „De bezoldiging van de ambtenaren van den burger lijken stand in deze gemeente werd het laatst gere- „geld bij besluit van gedeputeerde staten dezer provin cie van 10 October 1907 G no. 74, goedgekeurd bij „Koninklijk besluit van 15 November d.a.v. no. 39. „Daarbij is bepaald, dat de ambtenaar, belast met „de huwelijksvoltrekkingen, zou genieten eene jaar- „lijksche bezoldiging van f 300. de ambtenaar, be- „last met de overige werkzaamheden van f 1000.en „één ambtenaar, die laatstgenoemde vervangt, van „Zooals wij hiervoor reeds deden opmerken, achten „wij het niet raadzaam, dat de functie van ambtenaar „van den burgerlijken stand, belast met de huwelijks- voltrekkingen, nog langer afzonderlijk bezoldigd „wordt, hetgeen dan evenzeer geldt voor zijn plaats vervanger. f 50.—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 192