20 JANUARI 1917. 19 spreker in overweging willen geven het voorstel aan te houden totdat de kosten bekend zijn. De heer CRAMERUS kan zich niet vereenigen met de zienswijze van den heer Cerutti. Als .er vroeger fouten gemaakt zijn, moet de gemeente niet op den verkeerden weg voortgaan. In een particulier bedrijf zou iemand, die slechts een paar uren per dag werkt, ook niet in vasten dienst worden beschouwd. Daarbij komt nog, dat het gasbedrijf in de toekomst wijziging zal ondergaan. Er kan eene automatische lantaarnop- steking komen, zoodat men die menschen niet meer noodig zou hebben. Men zou dan verplicht zijn hen te pensionneeren. Spreker meent, dat men dit standpunt niet moet innemen. De heer BROOS is het eens met den heer C ,r a- m erus en wijst erop, dat de diensttijd van die men schen niet meer kan worden ingekocht. Hun diensttijjd zou alleen gelden van den dag af, dat ze van eene vaste aanstelling zijn voorzien. De heer CERUTTI vindt het hoogst belangrijk, dat die menschen van eene vaste aanstelling worden voor zien. Men moet de eerlijkheid betrachten tegenover andere ambtenaren, die in een gelijk geval verkeeren. Wanneer de inkoop in het rijkspensioenfonds niet meer kan plaats hebben, zijn er nog wel andere maat regelen. om die menschen te helpen. Een sprekend voorbeeld kan spreker aanhalen in hetgeen met den heer Berndes is voorgevallen. Deze ambtenaar kwam op 54 jarigen leeftijd in dienst der gemeente en kon dus,- in verhouding tot zijn dienst jaren, geen behoorlijk pensioen meer bekomen. Om daaraan echter tegemoet te komen, besloot de raad hem als adviseur aan de gemeente-reiniging te verbinden met eene jaarlijksche toelage van f 250.— En zou men nu deze menschen na een dienstlijd van 30 a 40 jaren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 19