20 Januari 1917.
Tegenwoordig de heeren C. P. A. KANTERS, C.
L. STULEMEIJER, Th. J. A. VAN DIJK, P. VAN
DEN BIGGELAAR, A. W. ZIJLMANS, C. J. KLUFT,
J. C. CRAMERUS, J. LIJDSMAN, C. J. A. BROOS,
Jhr. rar. A. REIGERSMAN, F. F. X. CERUTTI,
N. J. H. VAN GROENENDAEL, F. C. J. VAN
BULTEN, C. Th. BOGMANS, H. J. H. HORNIX en
A. C. BOM.
Afwezig de heeren W. H. BOGAARDT, A. VAN
BAVEL, A. J. M. VAN IERSEL, F. A. M. J. SMITS
en W. J. H. F EB ER.
Voorzitter de heer mr. E. O. J. M. BARON VAN
HÖVELL TOT WE3TERFLIER, burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER, de vergadering geopend hebbende
houdt, van zijn zetel opgestaan, de volgende toespraak:
Mijne Heeren.
..Het zij mij vergund U in deze eerste Vergadering
,,in het nieujwe jaar mijne beste heilwenschen aan te
bieden voor U zelf en al de Uwen. Moge het U ge-
geven zijn in dit jaar veel tot stand te brengen, wat
„kan bijdragen tot vermeerdering van den bloei der
„Gemeente Breda en tot heil van hare ingezetenen) kan
„strekken. Tevens maak ik van de getlegenhelid gebruik
„hier een woord van dank uit te spreken voor de goede
„wenschefni, die ik van zoovele zijden mocht ontvangen
„en die ik grootelijks waardeer.
,,M. H. Vergun mij dat ik aan deze enkele volzinnen
..er eonige toevoeg, om met U een korten terugblik te
„werpen op het afgeloopen jaar en daaraan eenige
„gedachten voor het nieuwe vast te knoopen.