1
28 APRIL 1917.
203
of er
in te
burge-
De heer VAN IERSEL ziet niet in, wat voor prae-
advies er komen moet. Spreker meent nit de woorden
van den voorzitter te mogen opmaken, dat burgemees
ter en wethouders van oordeel zijn, dat de raad er niets
mede te maken heeft. Daarom wil spreker het adres
ter zijde leggen. i r
De VOORZITTER zegt, dat hij alleen zijn persoon
lijke opinie heeft medegedeeld. Zoodra de notulen vast
gesteld zijn, zal men kunnen nagaan in hoever de ge
wraakte uitdrukkingen ook werkelijk gebezigd zijn.
De heer VAN IERSEL herhaalt, dat de raad met
deze kwestie niets te maken heeft.
De heer VAN HULTEN wijst erop, dat het hier
niet gaat over hetgeen de heer Cramerus heeft
gezegd, maar over hetgeen de heer van R h ij n in
de courant gelezen heeft. Spreker geeft derhalve in
overweging het adres ter zijde te leggen.
De heer CRAMERUS zegt, dat hij persoonlijk geen
bezwaar heeft, dat eene commissie wordt ingesteld en
dat hij met zeer veel belangstelling den uitslag van
het onderzoek tegemoet ziet.
De heer BOGAARDT acht het in beginsel eene fout,
dat adressen van dergelijke strekking door den raad in
behandeling worden g'enomen, ofschoon spreker daarop
indertijd zelf eene uitzondering heeft gemaakt. Toen
gold het een schrijven van de commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs, waarin spreker persoon
lijk werd aangevallen en waaromtrent hij toen nader
zijn standpunt heeft verdedigd. In principe is het echter
niet goed, dat een buitenstaander in den raad met een
raadslid in debat kan treden. De leden hebben in den
raad het vrije woord. Spreker acht het daarom niet
goed het adres in behandeling te nemen en geeft in
overweging het ter zijde te leggen.