208
28 APRIL 1917.
De heer STULEMEIJER geeft in overweging eerst
liet rapport af te wachten, dat de heer Cr am er us
aan den raad zal voorleggen.
De heer IIORNIX zegt, dat het hier betreft de reor
ganisatie van het bedrijf. Deze is misschien reeds af-
geloopen voordat het rapport in den raad behandeld
wordt. Als vertegenwoordiger der burgerij, die niet te
vreden is met de wijze, waarop thans de distributie
plaats heeft, gevoelt spreker zich gedrongen op enkele
dingen te Wijzen en mededeeling te doen van de wan
toestanden, waarvan hij kennis draagt. Het zijn wenken,
die hij in het belang der zaak wenscht te geven.
De heer VAN HULTEN zou willen weten, of het
eene vraag is of eene interpellatie, die de heer H o r-
n i x wenscht te houden. In het laatste geval moet de
raad beslissen.
De heer CRAMERUS heeft er geen bezwaar tegen,
dat de heer Ho-mix eenige inlichtingen vraagt. Als
het praatjes betreft, die er zoovele de rondte doen, is
spreker wellicht in staat deze aanstonds te weerleggen.
De heer VAN 1ERSEL vindt het niet goed deze
zaken thans te bespreken, nu de wethouder, die Vroeger
de leiding van het bedrijf had, hier niet aanwezig is.
Spreker vraagt, of het wel ridderlijk is, iemand buiten
zijne tegenwoordigheid aan te vallen en geeft daarom
in overwegdngi te wachten tp|t teen© volgende vergadering!,
waarin de heer Broos zich dan kan verdedigen.
De heer CRAMERUS is er tegen, als de heer Hor-
n i x bedoelt, om het beleid van zijn voorganger aan
te tasten.
De lieer HORNIX zegt, dat hij alleen eenige alge-
meene opmerkingen wenscht te maken.