211 28 APRIL 1917. wordt nooit ©ene interpellatie voetstoots aangenomen. Men kondigt de interpellatie aan. Op een de,r volgende dagen wordt dan eene beslissing genomen en tevens de dag bepaald, waarop de interpellatie zal worden ge houden. Nu kan men wel zeggen, dat het geen© inter pellatie is en dat het slechts opmerkingen zijn. Doch dat is maar woordenspel. De heer H o r n i x heeft zelf verklaarddat het geen vragen zijn. Spreker zal dus stemmen tegen het gevraagd verlof. De heer VAN HULTEN zal stemmen voor het ge vraagd verlof. De ongerustheid in de gemeente ten opzichte van het levensmiddelenbedrijf is groot en die zou nog toenemen, als de interpellatie werd uitgesteld. De heer CERUTTI vindt het vreemd, dat men zich thans tegen het verzoek verzet. Als andere raadsleden opmerkingen maken, wordt daartegen nooit eenige aan merking gemaakt. De heer CRAMERUS zal stemmen voor inwilliging van het verzoek van den heer H ornix. De heer LIJDSMAN vertrouwt, dat de heer II o r- n i x de personen buiten bespreking zal laten en zal dan ook stemmen voor het gevraagde verlof. De heer REIGERSMAN wijst erop, dat, wanneer een der leden van den raad meent goed te doen, iets in het midden te moeten brengen hetgeen hij in het belang der gemeente acht, het dan niet aangaat zich daartegen te verzetten. De raad is verplicht om hem aan te hooren. Wanneer daarentegen zoodanig raadslid een ander buiten zijne tegenwoordigheid zou beschuldigen, dan ware liet laakbaar en zeer afkeurenswaardig. De heer STULEMEIJER zou er niets op tegen heb ben als de heer H o r n i x niet het wanbeheer wenschte te bespreken, zooals hij heeft te kennen gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 211