212 28 APRIL 1917.
Het door den heer IIORNIX gevraagde verlof tot het
houden eener interpellatie, wordt alsnu in stemming
gebracht en toegestaan met 16 tegen 3 stemmen.
Vóó.r stemden de heeren Kanter s, van Bavel,
van D ij k, vanden B i g g e 1 a a r, Z ij 1 m a n s,
Kluft, Cramerus, L ij d s in a n, Reiger s-
m a n, C e r n 11 i, van G r o e n e n d a e 1, van
II u 1 t e n, Smits, B o g m a n s, H o r n i x en B o m.
Tegen waren de heeren Bogaard t, Si t u 1 e-
m e ij e r en van Iersel.
De heer HORNIX dankt den raad voor het verleend
verlof en zegt, dat zijne opmerkingen uitsluitend gericht
zijn tot het college van burgemeester en wethouders in
de hoop, dat deze er hun voordeel mede zullen doen.
Spreker wijst er dan allereerst op, dat naar zijne
meening bij het distributiebedrijf de belangen der bur
gerij niet voldoende in het oog zijn gehouden.
In andere plaatsen betaalt men voor de karnemelk
4 cent per liter, hier 7 cent. Het ontbrekende wordt
dan bijbetaald door het Rijk als toeslag uiit liet zooge
naamde melkpotje, dat, naar verluidt, al millioenen rijk
is. Aannemende, dat hier dagelijks 1000 liters karne
melk worden afgeleverd, wordt hierdoor aan de burgerij
eene schade toegebracht van f 30.per dag.
Ook het hier gevolgde systeem met de melkbons lijkt
spreker niet doelmatig, wijl de knoeierijen erdoor in
de hand worden gewerkt. De melkboeren moeten zelf
de bons aan hunne klanten uitreiken. Zij kunnen er
dus naar willekeur over beschikken,. Op de melk, die
aan de bakkers wordt afgeleverd, wordt geen toeslag
ontvangen. Toch wordt hun de melk tegen 11 cent per
liter geleverd. Dit zou onmogelijk zijn als er niet met
de bons geknoeid werd. Spreker zou dus in overweging
willen geven, hieromtrent eene andere regeling in
te voeren.