28 APRIL 1917. 217" Tevens overlegging van een vollcdigen staat van schulden en nog te verrekenen bedragen over het tijdvak waarover het gaat en eene uiteenzetting van de voor- en nadeelen voor Breda voortvloeiende uit de samen werking met de buitengemeenten en zoo noodig, even- tueele voorstellen tot verbetering. Spreker geeft toe, dat het eene heele opdracht zal zijn, doch men vertraagt de zaak daardoor niet en dan zal meteen blijken, hoe het bedrijf gaat. In eene vol gende vergadering, als het verslag aan de or/de komt, zal men dan met kennis van zaken kunnen oordeelen. De heer VAN HULTEN heeft vernomen, dat er een rijksinspecteur voor de distributie bestaat en vraagt, of die niet als adviseur kan optreden. De heer CRAMERUS zegt, dat deze inspecteur alleen dient om fraudes te constateer en. De VOORZITTER wil de omschrijving van de op dracht van den accountant aanhouden tot eene volgende vergadering, 't Is eene zaak van veel gewicht. De heer ZIJLMANS meent, dat die man toch eene bepaalde opdracht moet hebben, die behoorlijk omschre ven dient te worden, hetgeen wel in den geest van den raad zal zijn. De VOORZITTER acht het bezwaarlijk, om staande deze vergadering eene opdracht te formuleeren. De heer ZIJLMANS zegt, dat hij de opdracht, welke hij wenschelijk acht, heeft geformuleerd en dat hij die gaarne aan burgemeester en wethouders zal overleggen Ook een deskundige zal wel te vinden zijn. Naar spreker vernomen heeft, moet in Dordrecht een emi nent man aan het hoofd der distributie staan. Mogeiljjk is die wel bereid, hier de zaak te onderzoeken en daarvan verslag uit te brengen. De zaak behoort in al hare geledingen te worden onderzocht. Uit het verslag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 217