28 APRIL 1917.
219
De heer ZIJLMANS vraagt, of de raadsleden het
verslag thuis krijgen.
De heer CRAMERUS antwoordt hierop* bevestigend,
zooals reeds door hem is medegedeeld.
De heer SMITS vraagt, of de cijfers van het verslag
geheim moeten blijven.
De VOORZITTER acht dit wel gewenscht, zoolang
daarover nog geen rapport is uitgebracht, omdat de
cijfers dan nog niet vaststaan.
De heer SMITS vindt de indiscretie van den ambte
naar, die aan den heer van Hulten cijfers gaf,
zeer af te keuren.
De heer VAN HULTEN ontving die cijfers in zijne
kwaliteit van redacteur en vond het zelf ook eenigs-
zins vreemd.
De heer CRAMERUS zegt, dat hij de zaak onder
zoeken zal en acht het ook n!e; gewenscht, dat een
ambtenaar aldus handelt.
De hear CERUTTI wijst erop, dat die ambtenaar
waarschijnlijk in de meening heeft verkeerd, dat hij
tegenover zich had, den secretaris van de advies-com
missie, in welke kwaliteit de heer van Hulten
meermalen op het distributiebureau aanwezig! fe. Spreker
veronderstelt, dat dit wel als verzachtende omstandig
heid in aanmerking kan worden genomen.
De heer VAN HULTEN zegt, dat hij slechts een
enkele maal in zijne kwaliteit van secretaris der advies
commissie op het dis tributiebijreau aanwezig is geweest.
Bij andere bezoeken ondervond spreker nooit veel tege
moetkoming en daarom vond hij het vreemd, dat hij
thans de cijfers onder de oogen kreeg.