19 MEI 1917. 227 moest worden behandeld, zonder dat zij zich daaromtrent had uitgesproken en spreker voor zich heeft nogi geen motieven gehoord, om van meening te veranderen. De heer HORNIX meent, dat door aanneming der voorgestelde wijziging het verband tusschen de sala rissen zal worden verbroken. De commissie zou bij haar taak dit verband moeten herstellen. Spreker vreest, dat dit ©en kostbare zaak zou worden. Hij is tegen het vooirstel van burgemeester en wethouders. De heer VAN BAVEL is het eens met de heeren Stulemeijer en H o r n i x. Bovendien, de com missie. betreffende de salarisherziening heeft zich op het standpunt gesteld, dat de ambtenaren door haar zouden worden gehoord. Bij het voorstel, dat thans gedaan wordt, hebben de betrokkenen echter niet de gelegenheid gehad, hunne wenschen kenbaar te maken. Spreker noemt dit een reden te meer, om het voorstel niet aan te nemen, doch aan de commissie te zenden om advies. De heer REIGERSMAN gelooft ook, dat het gewenscht is alsnog het advies der commissie in te winnen. De zaak is wel wat urgent, maar niet zóó als de voor zitter wil doen gelooven. Spreker is voor aanhouding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot een© volgende vergadering. Men kan het voorstel, dat van ingrijpenden aard is, dan a tête réposée bekijken en de bezwaren onder de oogen zien. We ontwijken dan ook, dat we door aanneming van dit voorstel on billijk zijn tegenover anderen. De heer STULEMEIJER meent uit het gesprokene door den heer Reigersman te moeten opmaken, dat deze niet hetzelfde wil als spreker. De heer REIGERSMAN licht nader toe dat hij het zelfde bedoelt, n.L aanhouden en intusschen de com missie voor salarisherziening om advies vragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 227