d
228
19 MEI 1917.
De heer CRAMERUS zegt, dat het hier betreft het
salaris van het te benoemen hoofd eener geheel nieuwe
school voor m. u. 1. o. Het is geheel toevallig, dat het
hoofd reeds in dienst is was de heer B a ij i n gi s
niet reeds in functie, dan zou een nieuw hoofd benoemd
moeten worden. Spreker ziet nu geen reden, de com
missie, die alleen met de bestaande salarltsregielingen
te maken heeft, om advies te vragen. Bovendien is het
m. u. 1. o. heel iets anders dan gewoon 1. o.; van de
nieuwe onderwijzers wordt een veel intensiever kracht
gevergd, vooral van het hoofd de,r nieuwe school, die
9 (met de parallel-afdeelingen wellicht 14) klassen zal
tellen. Dergelijk personeel heelt recht om op andere
wijze gesalarieerd te worden dan de gewone onderwij
zers. Achten burgemeester en wethouders de voorge
stelde salarissen dan niet te hoog, zij vinden verder,
dat het niet tot de taak der meergenoemde commissie
behoort, om in dezen advies uit te brengen. Men zou
dat adviseeren dan evenzeer kunnen uitstrekken tot de
straks te behandelen salarisregeling van den directeur
van het leyensmiddelenbedrijf. We hebben hier te doen
met eene geheel nieuwe regeling, waaraan niets afdoet
het feit, dat hoofd en onderwijzers thans reeds in
functie zijn.
De heer STULEMEIJER merkt op, dat hem gezegd
was, dat de voorgestelde regeling alleen voor den heer
B a ij i n g s gemaakt was. Spreker heeft dit niet willen
gelooven, maar nu hij den heer Cramerus gehoord
heeft., schijnt het toch wel zoo te zijn. Echter wil
spreker er op wijzen, dat het hier ook gaat over de
salarissen van andere onderwijzers, aan wie toelagen
zullen worden gegeven voor het bezit van akten m. o.
De commissie wil zich geen taak toeëigenen, die haar
niet is opgedragen, maar het is hier alleen het belang
van de zaak. Zij wenscht goed werk te doen en meent,
dat bet niet aangaat, dat burgemeester en wethouders