19-MEI 1917. 229
in haar taak ingrijpen door één' verordening, te wijzigen,
zonder dat de commissie gehoord wordt. Dit alleen
heelt de commissie voor oogen.
De heer BOGAARDT sluit zich aan bij de vorige
sprekers. Hier wordt een partieel© regeling voorgesteld,
die niet huiten de commissie om tot stand behoort te
komen. Spreker acht het niet juist zqoals de heer
Cramer us de zaak heeft voorgesteld. Wel houdt
de regeling met eene reorganisatie verhand, maar ook
met andere factoren moet rekening gehouden worden,
zooals met dei salarissen der overige onderwijzers.
Sedert jaar en dag hebben de onderwijzers op verbe
tering hunner bezoldiging aangedrongen. Steeds echter
zijn zij het slachtoffer geworden van allerlei bezwaren.
Spreker betreurt dit. Wanneer er één catagorie van
ambtenaren is, die in de tegenwoordige tijden op ver
betering van positie aanspraak heeft, dan zijn het de
onderwijzers. Hun werkwijze is boven sprekers lof
verheven. Wanneer men nu aan een deel der onder
wijzers verhooging van salaris toekent, dan zal zulks
toit animositeit tusschen de onderwijzers aanleiding
geven. Spreker sluit zich aan bij het voorstel, om het
advies der commissie in te winnen. Dit behoeft daarom
nog niet tot vertraging te leiden en in dit verband zou
spreker bij de commissie op spoed willen aandringen.
De lieer VAN 1IULTEN wenscht de aandacht te
vestigen op de sophistische redeneering van den heer
C r.a m e rus, als zou het hier eene geheel niieujw©
regeling betreffen. Er bestaat in de verordening; wel
degelijk verband tusschen de jaarwedden der onder
wijzers aan de verschillende scholen. Door het voortstel
van burgemeester en wethouders zal dit verband ver
broken worden en daarin ziet spreker een ingrijpen in
de taak der commissie voor salarisherziening.
•De heer CRAMERUS ziet het genoemde verband niet
-r-
in. Het m. u. 1. o. en het 1. o. zijn ver van elkaar ver-