230 19 MEI 1917. wijderd. We hebben hier wel degelijk eene nieuwe re geling. Of nu het hoofd eener bestaande school wordt aangewezen voor de gecombineerde inlriichting doet ni]eits ter zake. Te meer dringt spreker op aanneming van het voorstel van burgemeester en wethouders aan, om dat de zaak wel degelijk urgent is. De ondervinding heeft geleerd, dat we nu geen personeel kunnen, krijgen]. Het is hoog noodzakelijk, dat de voorgestelde verhoo- gingen worden aangenomen; anders garandeert'spreker, dat er geen voldoende flinke leerkrachten zullen komen, om de school te doen bloeien. Hoe beter salarissen men geeft, hoe betere krachten men krijgt. De heer Stule- m e ij e r zal zulks uit eigen zaken ook wel weten. Wordt het voorstel niet aangenomen, dan is het voor bujrgemeiejster en wethouders niet mogelijk oproeping van sollicitanten te doen. De heer VAN IERSEL merkt op, dat de heer Cra- merus spreekt van eene nieuwe school. Spreker heeft- dit nooit zoo begrepenhet hoofd, vier vijfde van het personeel, alles gaat over. De heer CRAMERUS legt er nog eens den nadruk op, dat de salarisverhooging noodig is, omdat van het personeel der nieuwe school een veel intensiever kracht gevraagd wiordt. De heer VAN IERSEL wijst erop, dat de commissie ook wel tot verhooging zal komen. Zij wenscht echter, dat men nu niet in de bestaande regeling ingrijpt en ,er daardoor geen precedent wordt gesteld. De heer BROOS wenscht zijn stem tegen het voor stel van burgemeester en wethouders te mgtiveeren, omdat hij het eens is met de heeren Stulem e jij e r en van I e r s e 1, dat de commissie advies behoort_te geven. In het college van burgemeester en wethouders heeft spreker het besluf-t, om de commissie nieti te hooren, dan ook bestreden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 230