19 MEI 1917. 231 De VOORZITTER zegt, dat er een principieel ver schil bestaat tusschen de sprekers en burgemeester en wethouders. Dit college wil vasthouden aan de opdracht, welke aan de commissie gegeven is en waarin spirake is van de bestaande salarislnegelingen. Men weet niet welke eischen er gesteld zullen worden aan het nieuwe hoofd en de onderwijzers. Het advies der commissie zou slaan op den ouden toestand en niet op de nieuwe school. Spreker stelt zich voor, dat er later twee rege lingen zullen zijn één voor het m u 1. o. en één voor het gewoon 1. o. Burgemeester en wethouders hebben de commissie niet om advies gevraagd, omdat ziij. haar geen monnikenwerk wilden laten verrichten. Daarom hebben zij de commissie alleen van het voorstel inededeeling gedaan, opdat zij daarvan op de hoogte zou zijp. De heer BOGAARDT weerspreekt de meening van den voorzitter, als zou de commissie zich alleen met belstaande salarisregelingen hebben bezig! te houden; dit staat niet in de opdracht. Voorts zal de nieuwe school eene combinatie zijn van twee bestaande m. u. 1. o.-scholen. Het wordt daarmede echter nog! geen nieuwe instelling, doch liet blijft 1. o., zij het dan een verbeterde school voor m. u. 1. o. En of men de salarisregeling nu over twee verordeningen wil verdoelen, och, dit is slechts een kwestie van opportuniteit. Misschien zal ook wat meer gevorderd worden van de onderwijzers. Doch dit zijn allemaal ondergeschikte punten. De bee strijding gaat voorts niet over de bedragen der sala rissen. Maar we moeten niet praejudicieeren op' de sa larissen der overige onderwijzers, zegt spreke,r, en daarom de commissie hooren. De heer STULEMEIJER merkt op, dat uit het eerste gedeelte van het door de commissie voor salarisher ziening uitgebrachte rapport wel reeds gebleken is, dat de commissie zich niet blind staart op cijfers. Zij heeft begrepen, dat zij haar taak ruim behoort op te vatten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 231