tegen
19 MEI 1917.
233
J13. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar
bij ter vaststelling aanbiedende een ontwerp van ©ene
verordening tot beteugeling van het gebruik van tabak
door kinderen.
De VOORZITTER stelt deze verordeningaan de orde.
De heer KLUFT zegt, dat .reeds twee jaren geleden
door het bestuur der vereeniging „Pro Juventute voör
Breda, en omstreken' werd vérzocht. eene bèpdlihg'vast
te stellen, waarbij het aan personen beneden zestien
jaar verboden is, op den openbaren weg en in vóór
het publiek toegankelijke lokalen te rooken. Door ver
schillende vereenigingen werd aan dat 'verzoek ad'haesi'e
betuigd. Spreker noéfiit verschillende gemeenten, waar
reeds eene dergelijke verordening is vastgesteld. Waar
tot heden alhier daaromtrent geene beschikking werd
genomen, herhaalde „Pro Juventute" bij adres 'van 17
Januari j.l. haar verzoek aan den raad. Als rèsyltpat
van deze adressen worden hier thans een paar artikelen
voorgesteld, waarvan spreker niet gelooft, dat zij 'aan
de bedoeling dor adresseerende vereeniging'Voldoen. Een
verbod tot verkoop van tabak enz. aan kinderen lijkt
spreker een slechte maatregel, vooral in eene gemeente
als Breda in de omliggende gemeenten Princenhage,
TeteringenGinneken, kunnen de kinderen zich dan nog
van tabak enz. voorzien. Bovendien wordt 'daardoor
oneerlijke concurrentie in de hand gewerkt. De bepaling
is ook lastig voor de ouders. Doen de kinderen bood
schappen voor vader of moeder, dan ztillën zij niét
meteen b.v. tabak mogen meebrengen. Wil men iets
goeds bereiken, dan moet men, naar sprekers meerling,
het rooken dóór kinderen op straat verbieden, evenals
zulks in werkplaats of bioscoop verbóden is. Een groot
percentage van de jeugd, die haar jaren in een tucht
school slijt, is tot diefstal gekomen door zucht naar hét
genot van rooken. Als lid van de St. Vmcentius-ver-
eeniging is spreker zulks bekénd. Bövendién is róokëu,