stï. 19 MEI 1917. 235 ook verbod tot bezit van tabak enz. en dan tot 14- jarigen leeftijd. Spreker bestrijdt den heer van H u 1- t e n, waar die de bioscoop de bron van. alle kwaad noemde. Was dit juist dan zou, waar de bioscoop wel al 15 jaren bestaat, deze oorzaak zijn, dat drievierde der m'enschen uit misdadigers bestond. Is er méér kwaad te bestrijden, dan moet dat óók gebeuren, maar men moet het mindere niet verwerpen, omdat het meerdere niet geboden wordt. De heer REIGERSMAN zegt een vijand te zijn van rooken door kinderen. In de commissie voor de sitraf- verordeningen is er wel degelijk aan gedacht om een absoluut rookverbod voor te stellen, doch in de meeste plaatsen is men niet verder gegaan dan hier nu wordt voorgesteld. De heer C e r u 11 i wil het bezit van tabak enz. strafbaar stellen. Spreker vindt dit eene onzinnige bepaling. Laat men een loopjongen tabak halen, of doet een kind dat voor zijn vader, dan is die jongen of dat kind er bij. Wil men zoover gaan, dan is een rook verbod nog beter. Ziet een politie-agent een kind dan op straat rooken, dan zal proces-verbaal kunnen worden opgelmaakt. Gevolg is, dat het kind dan voor den rech ter komt. Is dit echter wel wenschelijk Hoe minder kinderen voor den rechter komen, hoe beten, zegt spreker. Vooral wanneer zulks frequent voorkomt, gaat de impressie te loor. En wat zal de uitspraak zijn De vader zal de boete betalen en de jongen ziet weer sigaretten te krijgen. Men komt er niet verder mee. Na rijp beraad is de commissie voor de strafverorde ningen tot de voorgestelde bepalingen gekomen. Daar mee zullen we doen wat we kunnen. Spreker verwacht veel van den moreeien indruk, die met dit verbod op de tabaksverkoopers zal worden gemaakt, en ziet geen kans het kwaad op betere wijze te bestrijden. De heer HORNIX noemt de voorgestelde regeling) een slag in de ruimte. Kunnen de kinderen zelf geen tabak

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 235