stóf 19 MEI 1917. 251 gepleegd, doch dat het militair gezag niet in allen deele met de dezerzijdsche- opmerkingen is meegegaan. Op eene vraag van den hser HORNIX, of het slui- tingeuur ook van toepassing is op sociëteiten, antwoordt de VOORZITTER, dat hij hierop in deze openbare ver gadering niet wil ingaan. Over de aangeboden ontwerp-verordening wordt door geen der leden algemeene beschouwingen, artikelsgewijze behandeling of stemming verlangd, zoodat zij zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. 16. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende eene ontwerp-verordening, regelende de samenstelling en den werkkring der com missie van bijstand in het beheer van het levensmid- delenbedrijf. Tevens wordt voorgesteld tot benoeming van leden dier commissie over te gaan. De heer CERUTTï zegt, dat hij om verschillende redenen tegen de instelling der bedoelde commissie is. Op het gebied der distributie zijn reeds veel te veel commissies we hebben eene commissie, bestaande uit raadsleden, kooplieden en vaklieden daarnaast bestaat de z.g. kolencommissie en dan is er nog de vergade ring van de vier burgemeesters. Spreker meent,, dat eene nieuwe commissie het vijfde rad aan den wagen zal zijn en nog meer gevaar voor verdeeldheid zal brengen. De distributiewet legt de verantwoordelijkheid op burgemeester en wethouders deze op eene com missie over te dragen, acht spreker verboden delegatie van macht. Laat men dan beter gesalarieerd personeel aanstellen. Bovendien heeft bij de verhooging der jaar wedden van de wethouders als motief gegolden, dat zij het zoo druk hadden met de distributie. :rleg is De heer VAN HULTEN zegt, dat hij gedeeltelijk aan het gedane voorstel schuldig staat. Daarom wil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 251