252
19 MET 1917.
spreker er ook iets van zeggen. De lieer C e r u 11 i
beroept zich er op, dat burgemeester en wethouders
volgens de gemeentewet de verantwoordelijkheid mee-
ten dragen en bestrijdt daarom de instelling dezer
commissie. Hierin staat de heer C e r u 11 i niet
sterk Prof. Oppenheim acht eene commissie
van bijstand wel degelijk geoorloofd. De commissie zal
geen macht krijgen, maar sprekers bedoeling was, dat
zij een deel der verantwoordelijkheid van burgemees
ter en wethouders zou overnemen. Er zijn reeds veel
commissies, dat is waar, maar wat hebben die ge
daan, vraagt spreker. Naar zijn overtuiging zal deze
commissie goed werk doen.
De heer STULEMEIJER zal vóór de instelling dei-
commissie stemmen. In October werden er reeds be
zwaren geopperd, dat er geen commissie van bijstand
bestond. Men moet niet alleen klagen maar ook mee
helpen de verantwoordelijkheid te dragen. Spreker
leest in dit verband een en ander voor uit een raads-
overzicht van Amsterdam. In werkelijkheid zijn bur
gemeester en wethouders verantwoordelijk, doch de
commissie zal zoo noodig in den raad kunnen optreden.
De heer BOGAARDT zegt, dat hij de vergadering,
waarin tot instelling eener commissie van bijstand is
besloten, niet heeft bijgewoond. Tot die instellfngl schijnt
reeds in principe besloten te zijn.
De VOORZITTER onderbrekend, merkt den heer
Bog aardt op, dat het nog niet is uitgemaakt of de
commissie er komen zal of niet.
De heer BOGAARDT wil dan motiveeren, waarom
hij vóór de instelling der commissie is. Spreker is er
van overtuigd, dat de ingezetenen daardoor geen kilo
aardappelen meer zullen ontvangen. Maar het levens
middelenbureau vertoont volgens spreker bureaucrati
sche neigingen, een soort despotisme. Komt er nu eene