258 19 MEI 1917. gemeenteambtenaren 1913 uit te reiken aan den heer L. P. K r i e n s, kapelmeester van het Stedelijk Mu ziekkorps. Gemeld schrijven is van den volgenden inhoud ,,Naar onze meening moet de heer L. P. K r i e n s, „Kapelmeester van het Stede'ijk muziekkorps, be- „schojuwd worden als gemeente ambtenaar in den zin „der Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913. „Belanghebbende mist echter eene aanstelling in de „door hem vervulde betrekking. Wel werd hij door de „commissie voor het Stedelijk muziekkorps als Kapel- meester aangewezen toen het voormalig muziekkorps „der d.d. schutterij bij de opheffing der schutterijen „(met 2 Augustus 1907) in stand werd gehouden, maar „het recht tot deze benoeming is nimmer aan gemelde „commissie toegekend. Ingevolge art. 115 der/gemeente- „wet behoort het benoemingsrecht dan ook aan den „Raad. „Nu bepaalt art. 58 der bovenaangehaalde Pensioen- ,we<dat aan op 1 October 1913 in dienst zijnde ge- „meente-ambtenaren, die eene formeele aanstelling) in de „gemeentelijke betrekking, die zij op dat tijdstip ver hullen, missen, alsnog zulk eene aanstelling, ingaande „op dien datum, moet worden tiitgereikt. „De Pensioenraad voor de gemeenteambtenaren ver- zoekt in zijn hierbijgevoegd schrijven alsnog eene „zoodanige aanstelling over te leggen en geeft in over- weging „in deze aanstelling te bepalen, dat de benoe- „ming geacht wordt te zijn ingegaan 2 Augustus 1907". „Ten einde hieraan te kunnen voldoen, hebben wij „de eer U voor te stellen in dien zin te besluiten. „Een ontwerp-besluit gaat hiernevens." De heer CERUTTI heeft uit de stukken gezien, dat de aanstelling eerst in 1907 zal ingaan. Spreker vraagt, of burgemeester en wethouders stappen hebben gedaan, dat de dienst vóór dien tijd als kapelmeester bij'het muziek korps der d.d. schutterij ook voor pensioen meetelt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 258