4 26G 19 MEI 1917. bedrijfsverordening spreekt trouwens slechts van één accountant. Overigens kan de benoeming tijdelijk zijn bevalt de accountant niet, dan kan een ander aange wezen worden. De heer STULEMEIJER meent, dat aan burgemees ter en wethouders dank toekomt, dat zij de benoeming van een accountant aan den raad willen overlaten. De heer ZIJLMANS zegt, dat hij nog nooit iets ge zien heeft, geen rapport of niets. Op de vraag van den VOORZITTER of het amen dement van den he?r Z ij 1 m a n s ten aanzien van punt 3 wordt gesteund, antwoordt de heer H o r n i x bevestigend. De heer CERUTTI zegt, dat men vertrouwen in een accountant moet hebben en het daarom niet opjgaat den eenen door een anderen te laten controileeren. Voor de gasfabriek is er ook geen accountant naast den heer S p a r r i u s. De heer ZIJLMANS verklaart, dat eenigi wantrou wen niet in zijne bedoeling, ligt. De heer REIGERSMAN zegt, dat wanneer men een maal zijn vertrouwen aan een accountant geeft, dit ge noeg moet zijn. Waar moet het heen, vraagt spreker, wanneer de twee accountants nu eens van meening verschillen Bovendien moet men niet vergeten, dat het dure menschen zijn. De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet houders geen bezwaar hebben tegen het amendement van den lieer Z ij 1 m a n s ten aanzien van punt B en dit daarom overnemen. Het amendement van den heer Z ij 1 m a n s betref fende hef in de opdracht onder 4o. vermelde wordt niet ondersteund en kan dus geen verder punt van- behan deling uitmaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 266