274 30 JUNI 1917. 10. Adres aan de weduwe H. W e n t i n g, in leven agent van politie alhier, verzoekende toekenning van een weduwenpensioen, met adhaesie-adres van het be stuur van den Bond van gemeentepolitie-beambten in Nederland, gevestigd te Amsterdam. De VOORZITTER stelt voor, dit adres eveneens te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae- advies. De heer VAN HULTEN meent, dat het verzoek wel steun verdient. Het is slechts een toeval, dat de weduwe niet voor rijkspensioen in aanmerking kan komen. Als liet ongeval een paar dagen later had plaats gehad, zou dat wel het geval zijn geweest. Overigens behoeft men niet bevreesd te zijn, dat an deren zich later op een precedent zullen beroepen, om dat het hier een geval betreft, dat zich hoogst zelden zal voordoen. De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet houders met deze opmerkingen zullen rekening houden. Zonder verdere bedenking wordt alsnu over eenkomstig het voorstel van den voorzit ter besloten. 11. Adres van het bestuur van den Eersten Breda- schen Bond van huurders voor Breda en omstreken, verzoekende een der bestuursleden van dien bond te willen benoemen als lid der huurcommissie, ingevolge de huurcommissiewet. De VOORZITTER zegt, dat de benoeming van leden der huurcommissie behoort tot de competentie van burglemeester en wethouders en stelt mitsdien voor het adres in handen van dat college te stellen ter afdoening. De heer SMITS wenscht hierbij op spoed aan te dringen, aangezien hem van verschillende zijden reeds klachten hebben bereikt over buitensporige huurprijzen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 274