30 JUNI 1917. 279 gericht, is het aan het optreden dezer hengelaars-ver- eeniging te danken, dat het afvalwater dezer fabriek eerst behoorlijk gezuiverd wordt, voordat het in de Mark wordt afgevoerd en waardoor alle viseh in de singels zou verdwijnen. Nu zijn dit wel zaken van secundair belang, doch spreker heeft hierdoor alleen willen doen uitkomen, dat de vereeniging ook in het belang der gemeente werk zaam is. In ieder geval wordt het hoog tijd, dat er een eindie komt aan die doodvisscherij. Als die pacht thans wordt overgedragen, bestaat er alle aanleiding, dat het vischwater niet hopeloos wordt ontvolkt en is het mogelijk, dat de singels binnen niet al te langen tijd weer even vischrijk zullen zijn als voorheen. Opschor ting van het besluit kan er slechts toe leiden, dat het door de vereeniging beoogde doel niet wordt bereikt. Daarom wil spreker voorstellen thans in principe te besluiten, den pachter van zijne pacht te ontheffen en burgemeester en wethouders te machtigen met de Baro- niesche hengelaarsve.reeniging eene overeenkomst aan te gaan. De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet houders dit adres op de gewone wijze willen) behandelen en vindt er geen aanleiding toe om thans van den gewonen weg af te wijken. Adressant vraagt om zoo spoedig mogelijk van zijne verbintenis ontheven te wor den en nu zal het wel geen overwegend bezwaar op leveren, als de beslissing enkele weken later zal wor den genomen. Al moge men veel sympathie gevoelen voor de hen- gelaarsvereeniging, dit neemt toch niet weg, dat ook de gevolgen, overwogen dienen te worden. De gemeente-' kas lijdt er nadeel door ook kan het misschien gie- wenscht zijn, dat vooraf het oordeel wordt gevraagd van deskundigen, om te kunnen nagaan in hoever het belang der gemeente er bij betrokken is. Het wil spreker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 279