304 30 JUNI 1917.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat zulks juist
is, voor zooveel de ambtenaren betreft. Voor de werk
lieden, de politie en daarmee gelijk gestelde beambten
loopt de regeling door. Burgemeester en wethouders
zullen echter iu een der eerstvolgende vergaderingen
met een nieuw voorstel voor den dag komen.
De heer HORNIX had gehoopt, dat burgemeester en
wethouders wat meer diligent zouden geweest zijn. 't Is
nu al 4 maanden geleden, dat door eenige ambtenaren,
die aan de grens staan, een adres is ingediend, waalrop
nog altijd geen beschikking is genomen. Ook voor de
betriokken ambtenaren, die tot dusver een toeslag ge
noten hebben, is het een schadepost. Spreker dringt
derhalve op spoedige afdoening aan.
50. De heer VAN BA VEL wijst erop, dat aan ver
schillende personen reeds kolenbons zijn uitgereikt, doch
dat de steenkolencoöpeiratiën tot nog toe niets ontvan
gen hebben/Spreker vraagt, wat daarvan de oorzaak is.
De VOORZITTER zegt, dat deze een steenkolenhan
delaar kunnen aanwijzen.
De heer VAN BAVEL vraagt, of deze dan niet be
handeld worden op denzelfden voet als ieder handelaar.
De VOORZITTER antwoordt hie,rop ontkennend.
Dat is aldus in den Haag bepaald. Alleen kunnen zij
op vermindering van prijs aanspraak maken, als de
kolen worden afgenomen per wagon.
De heer BOGMANS vraagt, of er geen maatregelen
kunnen getroffen worden, om menschen, die voor am
deren wasschen, aan kolen te helpen.
Ook vraagt spreker, of niet voorzien kan worden in
den kolennood van het spoorwegpersoneel. Deze men
schen ontvingen vroeger de kolen per wagon, en hebben
dus geen kolenhandelaar kunnen aanwijzen, omdat zij