30 JUNI 1917. 305 cle kolen niet door tusschenkomst van een handelaar betrokken. Het is nu al drie maanden geleden, dat zij laatst iets ontvingen. Velen kunnen niet op gas koken en hebben ook geen petroleum. Spreker vraagt, of daar aan niet kan worden tegemoet gekomen. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de kleine wasscherijen worden beschouwd als te behooren tot de klein-industrie. Deze mensc-hen kunnen dus geholpen worden en, behooren zich te wenden tot den directeur van de kolenvoorzieningi. .Wat de tweede vraag betreft, dat is eene nieuwe klacht over coöperatie welke spreker zal overbrengen bij de brandstoffencommissie. De heer BOGMANS vraagt, wat er gebeurt met de cokes. Daar kan men ook niets van bekomen. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat dezeeven- eens in de distributie begrepen zijn en dus aan de ver bruikers worden toebedeeld. Overigens kan men zich in alle zaken, de kolendistributie betreffende, wenden tot den directeur in de ambachtsschool. De heer VAN HULTEN zegt, dat het zeer moeielijk is, om dien mijnheer te spreken te krijgen. Spreker heeft dat vernomen van menschen, die no. 80 op de lijst voorkwamen. 51. De heer SMITS vraagt, of de raadsleden niet op andere wijze in kennis gesteld kunnen worden met belangrijke rapporten, zooals bij punt 41 ter visie heeft gelegen. Spreker zou wenschen, dat daarvan afdrukken werden gemaakt voor de leden van den raad, dan kon men die a tete reposée bestudeeren. De VOORZITTER zegt, dat hij dit punt bij burge meester en wethouders zal ter sprake brengen. De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 305