21 JULI 1917. 309 wegens gevorderden leeftijd eervol ontslag verzoekende als rector van het gymnasium met ingang van 1 Januari 1918. De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag met ingang van den gestelden datum eervol te ver- leenen onder dankbetuiging voor de langdurige diensten in die betrekking aan de gemeente bewezen. De heer STULEMEIJER geeft in overweging met het doen eener oproeping voor een nieuwen rector te wachten, totdat de nieuwe sala,risregeling, van kracht is. Het is van belang, omdat dan waarschijnlijk de beste sollicitanten zich zullen aanmelden. Aan de sala- risicommissie is al gebleken, dat de tractementen in andere gemeenten beter zijn dan hier. De VOORZITTER acht het van het grootste belang, dat de oproeping zoo spoedig mogelijk geschiedt. Als gewacht moet worden op de nieuwe salarisregeling, zal de betrekking mogelijk niet tijdig zijn aangevuld. De heer Hoekstra heeft een behoorlijken termijn gesteld, waarop hij zijn ontslag wenscht te zien ingaan, om zoodoende de gelegenheid te openen tijdig in de vacature te voorzien. De heer STULEMEIJER vermoedt, dat bij eene betere salarisregeling zich ook betere sollicitanten zullen aanmelden. Als dan binnenkort de salarissen toch ver beterd worden, zou de gemeente er niet van profiteeren. De heer CERUTTI veronderstelt ook wel. dat eene betere salarisverordening aanleiding zal gieven top betere sollicitanten. Als hiervan echter niet meer werk wordt gemaakt dan van de salarisregelingen der werklieden en agenten van politie, verwacht spreker niet, dat de nieuwe regeling vóór 1 Januari van kracht zal zijn. De heer STULEMEIJER herinnert eraan, dat bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 309