30 20 JANUARI 1917.
De lieer ZIJLMANS wil er geen verwijt van maken,
maar wijst erop, dat er 4 a 5 maanden geleden nog
cokes te krijgen waren.
De heer STULEMEIJER ontkent dit en weet bij
ondervinding, dat bestelde orders zijn geweigerd, om
dat er geen cokes waren. Men kan niet eens krijgen
voor zijne behoeften, veel minder om voorraad te maken.
De VOORZITTER wijst erop, dat men om de 4
maanden ieder 1 ILL. zou kunnen geven, indien de
cokes verkrijgbaar werden gesteld voor onivermogenden
en voor hen, die in de laagste drie klassen van den
hoofdelijken omslag zijn aangeslagen.
De heer VAN HULTEN zegt, dat er een groot ge
brek is aan brandstof, doch wanneer alle werklieden
niet tegelijk kunnen geholpen worden, voelt spreker er
niets voo.r, om een bepaalde categorie te bevoordeelen.
De heer BOGMANS is hel hiermede eens en zegt,
dat de adressen van de vakvereenigingen dan ook
niets uithalen.
De heer CERUTTI betoogt, dat het gas duurder
geleverd wordt aan de buitenbewoners en zou aan hen
de cokes ook alleen tegen verhoogden prijs willen af
staan. Daarin zou men dan een aequivalent kunnen
vinden voor het beschikbaar stellen van goedkoop gruis.
Als de brandstoffenhandelaren worden verminderd tot
op 3 H.L., dan treft men daardoor de ingezetenen, die
via de handelaren hunne brandstoffen betrekken. De
gemeente behoeft niet bevreesd te zijn, dat zij haar
afzetgebied buiten de gemeente zal verliezen. De tram
wegmaatschappij komt ook niet uit liefde voor de ge
meente, maar omdat zij hier goedkooper terecht kan
dan elders. Spreker zou de levering huiten de gemeente
willen stopzetten.