310 21 JULI 1917. andere oproepingen ook wel verbetering van salaris in uitzicht wordt gesteld. Mogelijk zou dit ook hier kun nen geschieden. De heer REIGERSMAN zegt, dat het voor een goe den gang van zaken naar het oordeel van het college van curatoren en ook van den inspecteur van het meeste belang is, dat de noodige spoed wordt betracht. De te benoemen titularis zal zich ook uit zijne tegen woordige betrekking moeten losmaken en daarom moet er voor gezorgd worden, dat hij in functie kan treden op het tijdstip, dat het ontslag van den heer H o e k- stra ingaat. Met de oproeping kan dus niet worden gewacht, totdat eene betere salarisregeling is tot stand gekomen. Curatoren zullen zoo spoedig mogelijk de noodige aanbeveling indienen, opdat tijdig in de vaca ture zal kunnen worden voorzien. Spreker gelooft niet, dat uitstel in het belang van het onderwijs is. De heer SMITS vraagt, of het niet mogelijk is in de oproeping te laten doorschemeren, dat verbetering van salaris in voorbereiding is. De VOORZITTER acht dit niet wenschelijk, zoolang er geen behoorlijk omlijnd voorstel is. De heer VAN IERSEL wijst op de mogelijkheid, dat de rector wegens ziekte verhinderd is zijne functie waar te nemen. Dan moet toch ook tijdelijk in de waar neming worden voorzien. Spreker veronderstelt, dat bij de tegenwoordige salarisregeling alleen tweederangs sollicitanten zullen komen opdagen. Daarom wil hij met de oproeping wachten, totdat de nieuwe salaris- regeling vaststaat, evenals onlangs is geschied bij de oproeping van sollicitanten voor de m.u.l.o. school. De heer VAN DEN BIGGELAAR is het hiermede eens en vermoedt, dat de heer Hoekstra wel beleid zal zijn, zijne functie te blijven waarnemen totdat in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 310