21 JULI 1917.
315
16. Adres van G-. van R ij e n, onderwijzer aan de
openbare school aan de Middellaan alhier, verzoekendé
het aan hem bij raadsbesluit van 30 Juni j,l. verleend
eervol ontslag in te trekken.
De VOORZITTER zegt, dat ten aanzien van dit
verzioek is ingekomen een schrijven, van het hoofd dei-
school, waarmede burgemeester en wethouders zich wel
kunnen vereenigen., zoodat zij in overweging geven het
raadsbesluit in te trekken. Toch is het voorstel niet
zonder bedenking, voor zoover men daarin een prece
dent zou willen zien, hetgeen geenszins de bedoeling
is. De hoofdzaak is, dat het hoofd der school op het
behoud van dien onderwijzer prijs stelt.
De heer VAN HULTEN meent, dat het thans geen
precedent meer is, omdat een dergelijk besluit reeds
vroeger ten opzichte van eene onderwijzeres1 genomen is.
De VOORZITTER zegt, dat er nu geen enkele reden
voor bestaat, hetgeen vroeger wiel het geval was. Toen
had er ook nog geene oproeping van sollicitanten
plaats gehad.
De heer CERUTTI wenscht voortaan van de agenda
elke titulatuur weg te laten. Zooals thans de agenda
er uit ziet, wordt er, zij het dan ook zonder eenige
kwade bedoeling, van, de zijde van den samensteller der
agenda, onderscheid gemaakt, waardoor sommigen zich
gekrenkt kunnen gevoelen.
De heer VAN HULTEN is zeer voor demoöratisee-
ring en kan zich dus wel met dezen maatregel ver
eenigen
De VOORZITTER zegt, dat ook zijnerzijds daar
tegen geen bezwaar bestaat.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu be
sloten het onderwerpelijke raadsbesluit van
30 Juni j.l. in te trekken.