J.
320
21 JULI 1917.
gieven omstandigheden zouden zij zich echter ook tegen
de verhooging niet verzet hebben.
De heer VAN HULTEN meent, dat door die ver
hooging van het tramverkeer veel minder gebruik ge
maakt wordt dan vroeger. Het wil hem voorkomen, dat
de meerdere kosten wolfden gecompenseerd door grooter
omzet. Ook het belang der gemeente brengt mede, dat
de tarieven niet te hoog worden opgevoerd.
De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet
houders daarmede rekening zullen houden.
De heer SMITS meent, dat door een der tramweg-
maatschappijen als eisch gesteld was, dat de concessie
zou worden verlengd. Spreker vraagt, of die eisch tharis
vervallen is.
D© VOORZITTER zegt, dat de ingekomen adressen
om concessieverlengiing afzonderlijk zullen worden be
handeld.
De heer VAN BAVEL kan zich zeer goed met het
voorstel vereenigen, als zijnde in het belang der dieren
bescherming. Het spijt hem echter, dat burgemeester en
wethouders niet een stap verder zijn gegaan en ook
de arbeidsvoorwaarden van het personeel hadden ge
regeld. Spreker hoopt, dat dit punt niet uit het oog
verloren zal worden.
De VOORZITTER zegt, dat er een adres is inge
diend om verlenging van concessie. Als dit adres aan
de orde komt, kan tevens de regeling der arbeidsvoor
waarden ter sprake komen.
21. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij ter goedkeuring aanbiedende eene ontwerp-ov-er-
eenkomst, betreffende de overneming door het Rijk van
de gemeentelijke hoogere burgerschool.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu de
voorgestelde wijziging goedgekeurd.