Dq VOORZITTER vraagt, of de raad zich met de ontwierp-overeenkomst kan vereenigen. 21 JULI 1917. 321 De heer STULEMEIJER wijst erop, dat het hier een ontwerp geldt, hetwelk uit den Haag is toegezonden en. door burgemeester en wethouders blijkbaar ongewijzigd is overgenomen. Het Rijk krijgt hier van de gemeente eene hoogere burgerschool en nu zou spreker aan het Rijk ook de verplichting willen opleggen, die school in stand te houden, zoolang Breda dit wenscht. De ideeën omtrent het onderwijs kunnen veranderen. Uit het contract blijkt ook niet, hoelang de gemeente sub sidie moet geven. Spreker vraagt, of daarvoor niet een termijn dient gesteld te worden. In ieder geval wenscht spreker de belangen der gemeente in het contract te zien vastgelegd. De VOORZITTER zegt, dat aan die kwestie wel is gedacht, doch burgemeester en wethouders waren van meening, dat zulks niet in het contract behoefde te worden opgenomen. Het Rijk moet zorgen, dat er| overal voldoende onderwijs wordt gegeven. De gemeente geeft subs'die zoolang de school blijft bestaan. Breda wordt ontheven van groote jaarlijksche uitgaven, niettegen staande de school blijft bestaan. Daarvoor moet de gemeente als compensatie eene bijdrage aan het Rijk geven van f 10000.per jaar. De voorwaarden zijn niet nadeeliger dan in andere plaatsen, waar het Rijk in de laatste jaren de hoogere burgerschool heeft over genomen. Wat den inhoud van het contract aangaat, daarin zijn wel degelijk van te voren, in overleg met den Minister, door burgemeester en wethouders wijzi gingen aangebracht. De heer CERUTTI acht het wel degelijk eene groote gunst, dat de school door het Rijk is overgenomen. De kosten zouden voor de gemeente heel wat girooter zijn, wanneer zij de school zou behouden. De heer STULEMEIJER schat het voordeel op f 14000.— per jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 321