328 21 JULI 1917.
,,de grbotste zuinigheid in ieder geval gas moet worden]
„verstrekt, ten einde zoodoende, zoolang de weersge
steldheid maar eenigszins toelaat, te voorkomen, dat
„aan die gezinnen vaste brandstof ter beschikking moet
„worden gesteld.
„Het verstrekken van kookgas dient derhalve te
„worden bevorderd, waardoor het vanzelfsprekend is,
„dat de gelegenheid tot het verkrijgen van muntgasin-
„stallatièn niet langer mag worden tegengehouden.
„Daarentegen blijft het eene gebiedende noodzakelijk
heid, om het gasverbruik in het algemeen te beperken,
„ten einde met de vastgestelde kolenrantsoeneering zoo
veel mogelijk uit te komen.
„Om nu het gebruik van kookgas voor hen, die niet
„aan de gasleiding zijn aangesloten, niet langer onmo-
„gelijk te maken, doch daarentegen het gebruik van
„lichtgas zooveel mogelijk te beperken, is het noodig,
„dat de voorwaarden voor de levering van gas over
„muntmeters (gemeenteblad no. 125) voor den duurder
„buitengewone omstandigheden worden gewijzigd en
„wel in dien zin, dat daaruit komen te vervallen
„lo. de bepaling, dat aan een nmntgasverbruiker in
„bruikleen zullen worden verstrekt twee harp- en een
„armlamp met bijlevering1 voor éénmaal voor elke lamp
„van een kousje en een glas en bovendien voor elke
„harplamp van een porceieinen kapje met kapdrager
„van 25 c.M. en
,,2o. de bepaling], dat alle muntgasverbruikers, wier
„galsverbruik in eenig jaar beneden 240 M3. is gebleven,
„voor het ontbrekende aantal M3. 1 cent per M3. moeten
„bijbetalen.
„Het spreekt vanzelf, dat de tegenwoordige muntgas-
verbruikers in het genot blijven van de eenmaal aan
„hen in bruikleen verstrekte lampen met toebehooren
„en dat voor hen mede geldt de opheffing der verplich
ting tot bijbetaling, wijl het hier eene bezuinigings
maatregel is.
„In het hierbijgaand gemeenteblad is met rooden inkt
